Geld lenen kost geld

Belasting op lening van eigen BV: regels en fiscale gevolgen begrijpen

Wat is je leendoel?
€100 €75.000

Geld lenen van je eigen BV kan aantrekkelijk zijn, maar de fiscale gevolgen zijn complex en vragen om goede kennis. De belasting op lening eigen BV is een belangrijk aandachtspunt, vooral sinds de invoering van de Wet excessief lenen bij eigen BV. Deze wet zorgt ervoor dat je inkomstenbelasting betaalt over leningen boven €700.000, tenzij het een lening voor je eigen woning betreft.

Op deze pagina duiken we dieper in de regels rondom leningen van de eigen BV, de vereiste zakelijke voorwaarden, en hoe de belastingheffing precies in elkaar steekt. We leggen uit hoe de Belastingdienst kijkt naar onder andere de Wet excessief lenen en de uitzonderingen voor een lening voor eigen woning, en bespreken de diverse fiscale risico’s en boetes die kunnen ontstaan. Ook verkennen we praktische tips en alternatieve financieringsmogelijkheden binnen de BV-structuur.

Samenvatting

Wat is een lening van de eigen BV en hoe werkt het?

Een lening van de eigen BV is, kort gezegd, een geldlening die een directeur-grootaandeelhouder (DGA) opneemt bij zijn eigen besloten vennootschap. Dit stelt de DGA in staat om de liquide middelen van de BV te gebruiken voor privédoeleinden, zoals de financiering van een eigen woning of beleggingsdoeleinden, zonder dat dit direct als een dividenduitkering wordt gezien en daardoor onmiddellijk belast wordt in box 2. De BV treedt hierbij op als kredietverstrekker.

Voor een correcte werking is het essentieel dat de lening voldoet aan zakelijke voorwaarden, precies zoals een onafhankelijke bank die zou stellen. Dit houdt in dat er een schriftelijke leningsovereenkomst moet zijn met duidelijke afspraken over een reële rente en een reële aflossingstermijn. De BV moet de betalingscapaciteit, solvabiliteit en zekerheden van de DGA beoordelen, net als een commerciële partij. Daadwerkelijke aflossing van de lening is een vereiste om de zakelijkheid te behouden. De Wet excessief lenen bij eigen BV heeft de regels verscherpt: hoewel in het verleden een grens van €700.000 gold, is dit maximumbedrag sinds 1 januari 2024 verlaagd naar €500.000 (per DGA, exclusief leningen voor de eigen woning). Boven dit bedrag wordt het meerdere belast in box 2 als fictief regulier voordeel, wat neerkomt op belasting op lening eigen BV.

Welke fiscale voorwaarden gelden voor leningen van de eigen BV?

De fiscale voorwaarden voor leningen van de eigen BV draaien hoofdzakelijk om het voldoen aan zakelijke voorwaarden en de regels van de Wet excessief lenen bij eigen BV. Dit betekent dat uw lening overeen moet komen met wat een onafhankelijke bank zou bieden, inclusief een marktconforme rente en een reëel aflossingsschema. Daarnaast geldt een maximale grens van €500.000 (exclusief leningen voor de eigen woning), waarboven u te maken krijgt met belasting op lening eigen BV. De precieze invulling en achtergrond van deze voorwaarden worden uitgebreid behandeld in de onderstaande secties.

Zakelijke voorwaarden voor rente en aflossing

De zakelijke voorwaarden voor rente en aflossing zijn cruciaal om te zorgen dat de Belastingdienst een lening van de eigen BV niet ziet als een verkapte dividenduitkering, wat zou leiden tot ongewenste belasting op lening eigen bv. Een reële rente betekent dat het rentepercentage marktconform moet zijn, vergelijkbaar met wat een onafhankelijke bank zou vragen aan een DGA met dezelfde risicoprofiel en geboden zekerheden. Een reëel aflossingsschema vereist duidelijke en afdwingbare afspraken, die de BV net zo zou hanteren als bij een derde partij. Dit omvat vaak een lineaire of annuïtaire aflossing, waarbij bij lineaire leningen het rentedeel in de maandelijkse betaling van rente en aflossing afneemt naarmate de hoofdsom wordt terugbetaald. Bij een doorlopend krediet vanuit de BV wordt rente alleen betaald over het gedeelte dat daadwerkelijk is opgenomen, met een vaste maandelijkse aflossing die vaak neerkomt op 1,5% of 2% van de kredietsom. Het correct toepassen van deze voorwaarden is essentieel om de lening fiscaal als een echte lening te behouden.

Maximale leenbedragen en de Wet excessief lenen

De Wet excessief lenen is ingesteld met een maximale leengrens die het voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) minder aantrekkelijk maakt om boven een bepaald bedrag van hun eigen BV te lenen. Dit maximale leenbedrag, waarboven fiscale gevolgen ontstaan, is vastgesteld op €700.000. Hoewel het initiële maximumbedrag aan schulden voor het wetsvoorstel excessief lenen in beginsel €500.000 bedroeg, is dit maximumbedrag inmiddels verhoogd naar €700.000. Deze regeling, die sinds 2023 van kracht is, maakt dat een lening boven dit bedrag direct fiscale consequenties heeft.

Voor de berekening van deze grens telt de Belastingdienst niet alleen de leningen van de DGA zelf mee, maar ook die van diens fiscale partners, met een belangrijke uitzondering voor leningen die specifiek zijn aangegaan voor de eigen woning. Zodra het totale bedrag aan leningen (exclusief leningen voor de eigen woning) de €700.000 overschrijdt, wordt het meerdere belast als een fictief regulier voordeel in box 2. Dit betekent dat u belasting op lening eigen BV betaalt over het excessieve deel, wat de financiële aantrekkelijkheid van overmatig lenen aanzienlijk vermindert.

Uitzonderingen voor leningen voor eigen woning

Leningen die uw directeur-grootaandeelhouder (DGA) opneemt bij de eigen BV voor de financiering van een eigen woning, vormen een belangrijke uitzondering op de Wet excessief lenen bij eigen BV. Deze vrijstelling geldt specifiek voor een zogenaamde ‘eigenwoningschuld’, wat betekent dat de lening aantoonbaar gebruikt moet zijn voor de aankoop, onderhoud of verbetering van de woning waarin u zelf woont. Cruciaal hierbij is de voorwaarde van een hypotheekrecht: voor leningen die sinds 1 januari 2023 zijn afgesloten, is het verplicht dat de BV een recht van hypotheek heeft verkregen via een notaris op uw eigen woning. Leningen die echter al op 31 december 2022 bestonden, hoeven deze hypothecaire inschrijving niet te hebben om vrijgesteld te blijven van de belasting op lening eigen BV boven de €500.000. Het is belangrijk te weten dat leningen voor andere onroerende zaken, zoals een tweede woning of aan studenten of expats verhuurde woningen, niet onder deze uitzondering vallen en wel meetellen voor de excessief lenen grens in box 2.

Hoe werkt de belastingheffing bij leningen van de eigen BV?

De belastingheffing bij leningen van de eigen BV werkt in de kern zo dat een directeur-grootaandeelhouder (DGA) inkomstenbelasting betaalt over het deel van de lening dat boven de €500.000 uitkomt, tenzij het een lening voor de eigen woning met hypothecaire zekerheid betreft. Dit ‘excessieve’ deel wordt belast als fictief regulier voordeel in box 2 tegen een tarief van 26,9%. Daarnaast krijgt de BV zelf te maken met vennootschapsbelasting over de ontvangen rente, en moet de DGA de schuld in zijn aangifte inkomstenbelasting (meestal box 3 of box 1 voor de eigen woning) opnemen, waarbij ook zakelijke voorwaarden essentieel zijn. De complexiteit en alle details van deze belasting op lening eigen BV worden hieronder uitgebreid besproken.

Inkomstenbelasting over leningen boven €500.000

Wanneer een lening van de eigen BV aan de directeur-grootaandeelhouder (DGA) de grens van €500.000 overschrijdt, moet over het bedrag boven deze drempel inkomstenbelasting worden betaald in box 2. Deze regel, die onderdeel is van de Wet excessief lenen bij eigen BV, is van kracht sinds 1 januari 2023 en definieert het bovenmatige deel van de schulden op 31 december van het kalenderjaar als een fictief regulier voordeel. Dit betekent dat de Belastingdienst het bovenmatige deel behandelt alsof het een dividenduitkering is, wat resulteert in belasting op lening eigen bv. Een belangrijke nuancering is dat leningen voor de eigen woning, waarvoor een hypotheekrecht ten gunste van de BV is gevestigd, zijn uitgezonderd van deze regeling en niet meetellen voor de genoemde €500.000 grens. Als over een deel van de lening eenmaal belasting is betaald als fictief regulier voordeel, wordt de drempel van €500.000 in de daaropvolgende jaren verhoogd met dit belaste bedrag, om dubbele belasting te voorkomen.

Belastingboxen: box 1, box 2 en box 3 bij leningen van de BV

Het Nederlandse belastingstelsel verdeelt inkomsten en vermogen over drie boxen: box 1, box 2 en box 3. Bij leningen van de eigen BV hangt de fiscale behandeling sterk af van het doel van de lening. Een schuld aan de eigen BV door de eigenaar voor de financiering van de eigen woning, mits voorzien van hypothecaire zekerheid, valt in box 1 als eigenwoningschuld, waarbij u de rente onder voorwaarden kunt aftrekken van uw inkomen. Leningen die de DGA opneemt voor andere privédoeleinden, zoals een tweede huis, een auto, consumptieve doeleinden of privébeleggingen, worden als een schuld in box 3 opgenomen in uw aangifte inkomstenbelasting. Deze box 3 lening kan onder bepaalde voorwaarden, zoals boven de schuldendrempel (€3.800 voor alleenstaanden, €7.600 voor fiscale partners), het belastbaar vermogen in box 3 verlagen, wat de belasting op lening eigen BV over uw vermogen kan verminderen. Echter, de rente die u betaalt over een box 3 lening is vaak hoger dan het belastingvoordeel dat u daaruit haalt, waardoor snel aflossen van deze leningen vaak fiscaal voordeliger is. Tot slot komt box 2 in beeld wanneer de leningen van de BV boven de wettelijke grens van €500.000 uitkomen, zoals elders op deze pagina uitgebreid is besproken onder de Wet excessief lenen.

Vennootschapsbelasting en renteverdeling bij de BV

De vennootschapsbelasting en de renteverdeling bij een lening van de BV aan de directeur-grootaandeelhouder (DGA) zijn direct met elkaar verbonden vanuit het perspectief van de BV. Wanneer uw BV geld uitleent aan uzelf als DGA, wordt de overeengekomen rente als opbrengst beschouwd voor de BV. Deze rente ontvangen door de BV als uitlener verhoogt de belastbare winst van de onderneming. De BV is als rechtspersoon namelijk onderworpen aan vennootschapsbelasting over haar winst, die onder meer bestaat uit deze ontvangen rente (verminderd met eventuele kosten).

De belasting op lening eigen BV omvat dus ook deze heffing voor de BV zelf. Momenteel bedraagt het vennootschapsbelastingtarief 19 procent over winsten tot €200.000 en 25,8 procent over het meerdere. Het is essentieel dat de rentevergoeding die de BV ontvangt marktconform is, wat betekent dat deze vergelijkbaar moet zijn met wat onafhankelijke partijen overeen zouden komen. Dit waarborgt dat de lening fiscaal als een echte lening wordt gezien en voorkomt discussie met de Belastingdienst over een mogelijke verkapte dividenduitkering, wat de fiscale gevolgen voor zowel de BV als de DGA zou veranderen.

Welke fiscale risico’s en boetes kunnen ontstaan bij lenen van eigen BV?

Bij het lenen van de eigen BV loopt u diverse fiscale risico’s en kunt u te maken krijgen met boetes, vooral wanneer niet wordt voldaan aan de zakelijke voorwaarden of de wetgeving rondom excessief lenen. De Belastingdienst kan bij onjuiste aangiftes of het niet naleven van de afspraken aanzienlijke boetes opleggen, soms oplopend tot 300% van het verzwegen vermogen. Deze risico’s en de mogelijke extra belasting op lening eigen BV worden uitgebreid toegelicht in de onderstaande secties.

Gevolgen van niet-zakelijke voorwaarden

Wanneer een lening van de eigen BV niet voldoet aan de vereiste zakelijke voorwaarden, zoals een marktconforme rente en een reëel aflossingsschema, beschouwt de Belastingdienst deze niet langer als een echte lening. Dit leidt tot het risico dat de lening wordt geherkwalificeerd als een verkapte dividenduitkering aan de DGA. Zo’n herkwalificatie betekent dat over het gehele bedrag van de lening belasting op lening eigen bv betaald moet worden in box 2, tegen het dan geldende tarief voor reguliere voordelen. Bovendien kan, wanneer de voorwaarden extreem onzakelijk zijn en een derde partij onder geen enkele omstandigheid een vergelijkbare lening zou verstrekken, de lening zelfs worden beschouwd als een schenking, wat kan leiden tot de heffing van schenkbelasting. Het is daarom essentieel om te beseffen dat het vereiste van zakelijke voorwaarden geldt voor alle leningen, ongeacht of het bedrag de grens van de Wet excessief lenen (€500.000) overschrijdt, om deze ingrijpende fiscale gevolgen te voorkomen.

Boeterente bij oversluiten van hypothecaire lening

Boeterente is een vergoeding die u betaalt aan uw huidige hypotheekverstrekker wanneer u uw hypothecaire lening voortijdig aflost of oversluit, met name als uw rentevaste periode nog niet is afgelopen. Deze kosten ontstaan omdat de geldverstrekker door de vervroegde aflossing rente-inkomsten misloopt, en dienen vaak in één keer te worden voldaan. De hoogte van de boeterente is afhankelijk van factoren zoals de resterende duur van uw rentevaste periode, het openstaande hypotheekbedrag en het verschil tussen uw huidige rente en de actuele marktrente. Hoewel boeterente een substantiële kostenpost kan zijn, is oversluiten toch vaak voordelig wanneer het leidt tot aanzienlijk lagere maandlasten op de lange termijn, vooral bij een historisch lage rentestand. Zelfs als een hypothecaire lening via de eigen BV loopt, waarbij de bredere context van de belasting op lening eigen BV een rol speelt, moeten de kosten van boeterente zorgvuldig worden meegewogen in de financiële overweging.

Aangifteverplichtingen en controle door de Belastingdienst

Bij een lening van de eigen BV zijn zowel de directeur-grootaandeelhouder (DGA) als de BV zelf gehouden aan specifieke aangifteverplichtingen bij de Belastingdienst. Als DGA moet u de lening correct opnemen in uw persoonlijke inkomstenbelastingaangifte – denk aan box 1 voor een eigenwoningschuld met hypothecaire zekerheid, of box 3 voor overige privéleningen – en bij overschrijding van de wettelijke grens in box 2 voor de belasting op lening eigen bv onder de Wet excessief lenen. De BV geeft de ontvangen rente van de lening aan in de vennootschapsbelasting, en het is cruciaal dat u als belastingplichtige de vooringevulde gegevens van de Belastingdienst altijd controleert en waar nodig aanvult, aangezien u zelf verantwoordelijk blijft voor een correcte en volledige aangifte.

De Belastingdienst controleert deze belastingaangiften intensief, onder meer door gebruik te maken van geautomatiseerde controlesystemen, algoritmen en steekproeven. De nadruk ligt hierbij sterk op het toetsen van de zakelijke voorwaarden die aan de lening zijn verbonden, zoals een marktconforme rente en een realistisch aflossingsschema, om te voorkomen dat de lening wordt geherkwalificeerd als een verkapte dividenduitkering. Indien aangiften niet tijdig of onvolledig worden ingediend, kan de Belastingdienst een eigen inschatting maken van het inkomen en de verschuldigde belasting, en strengere controles uitvoeren bij herhaalde overtredingen.

Voorbeelden van leningen van eigen BV en hun fiscale behandeling

Directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) lenen hun eigen BV vaak aan voor diverse doeleinden, en elk voorbeeld van een lening van de eigen BV heeft specifieke fiscale gevolgen die bepalend zijn voor de uiteindelijke belasting op lening eigen bv. Deze gevolgen hangen sterk af van het doel van de lening en de naleving van zakelijke voorwaarden.

Hier zijn enkele veelvoorkomende voorbeelden van leningen en hun fiscale behandeling:

Bij al deze voorbeelden is het cruciaal dat de lening voldoet aan strikte zakelijke voorwaarden om herkwalificatie door de Belastingdienst te voorkomen en onnodige extra belasting op lening eigen bv te vermijden. Een zakelijke lening van de BV leidt bovendien niet tot een BKR-registratie voor de DGA, wat een praktisch voordeel kan zijn vergeleken met een reguliere banklening.

Hypothecaire lening voor eigen woning via eigen BV

Een hypothecaire lening voor de eigen woning via de eigen BV betekent dat u als directeur-grootaandeelhouder (DGA) uw besloten vennootschap inzet als geldverstrekker om uw woning te financieren, in plaats van een traditionele bank. Dit is een specifieke vorm van lening waarbij de BV kapitaal uitleent aan het individu met uw eigen woning als onderpand, waardoor het een lening met onderpand wordt. U kunt dit gebruiken voor de aanschaf, verbouwing of onderhoud van uw eigen woning, of zelfs om een bestaande bankhypotheek af te lossen met een nieuwe hypotheek uit uw eigen BV. Een cruciaal aspect is dat de BV hiervoor een recht van hypotheek via een notaris op uw woning moet verkrijgen, wat de lening vanuit fiscaal oogpunt als ‘eigenwoningschuld’ kwalificeert en voorkomt dat er direct belasting op lening eigen BV over het geleende bedrag wordt geheven als fictief regulier voordeel in box 2.

Zakelijke lening voor bedrijfskapitaal

Een zakelijke lening voor bedrijfskapitaal biedt ondernemers de nodige middelen om de dagelijkse bedrijfsvoering te financieren en de financiële speelruimte te vergroten. Dit type lening, ook wel bedrijfslening genoemd, voorziet in het essentiële geld voor bedrijfsvoering dat een gezond bedrijf nodig heeft om aan zijn dagelijkse financiële verplichtingen te voldoen. Ondernemers gebruiken dit extra werkkapitaal bijvoorbeeld om dagelijkse operationele kosten te dekken, zoals salarissen, betaling van leveranciers, en investeringen in voorraad. Het fungeert als een financiële buffer die bedrijven in staat stelt om snel in te spelen op marktkansen en groei te financieren, zonder de complexe regels en de belasting op lening eigen BV die gelden wanneer een directeur-grootaandeelhouder (DGA) geld leent van de eigen besloten vennootschap. Een zakelijke lening voor bedrijfskapitaal wordt doorgaans in één keer op de zakelijke rekening van het bedrijf gestort, wat zorgt voor directe liquiditeit.

Lening aan kinderen via eigen BV voor woningfinanciering

Ouders met een eigen BV kunnen hun besloten vennootschap inderdaad inzetten als ‘bank van lening’ om hun kinderen te helpen bij de woningfinanciering. Hierbij is het cruciaal dat de lening voldoet aan strikte zakelijke voorwaarden, vergelijkbaar met wat een onafhankelijke bank zou vragen, inclusief een reëel rentepercentage en een duidelijke aflossingsregeling binnen maximaal 30 jaar. Worden deze voorwaarden niet nageleefd, bijvoorbeeld door een te lage rente of irreële aflossingseisen, dan kan de Belastingdienst de lening als een schenking aanmerken, wat leidt tot schenkbelasting voor het kind. Een belangrijk voordeel is dat kinderen van ouders met een BV, vanaf 2024, ieder maximaal €500.000 kunnen lenen van de BV van hun ouders zonder dat dit direct als fictief regulier voordeel voor de Wet excessief lenen wordt belast. Mits de lening voldoet aan de eisen van een eigenwoningschuld, inclusief een hypotheekrecht ten gunste van de BV, kan de rente door het kind worden afgetrokken in box 1 van de inkomstenbelasting, wat een fiscaal aantrekkelijke optie biedt voor beide partijen en een goed rendement op het uitgeleende vermogen voor de BV genereert.

Alternatieve financieringsmogelijkheden binnen de BV-structuur

Binnen de BV-structuur zijn er diverse alternatieve financieringsmogelijkheden beschikbaar die verder gaan dan een lening van de BV aan de DGA of traditionele bankleningen voor het bedrijf. Deze opties kunnen uitkomst bieden wanneer bancaire financiering lastiger is, of wanneer de ondernemer specifieke doelen heeft voor het bedrijfskapitaal. Denk hierbij aan vormen zoals crowdfunding, factoring en leasing. Deze alternatieven bieden vaak de mogelijkheid om kapitaal te verkrijgen zonder verwatering van aandelen, wat betekent dat de huidige aandeelhouders hun zeggenschap behouden. Andere bronnen omvatten private investeerders, business angels en kredietfondsen, die mogelijk andere rentetarieven hanteren dan banken. Door deze diversiteit aan opties kan de BV financiële ruimte creëren voor groei, investeringen of werkkapitaal, zonder dat een DGA met een hoge schuld aan de eigen BV te maken krijgt en daarmee extra belasting op lening eigen bv riskeert.

Achtergestelde leningen en kapitaalverhoging

Een achtergestelde lening is een financieringsvorm waarbij de geldverstrekker, in geval van faillissement van de onderneming, een lagere terugbetalingsrangorde heeft dan andere schuldeisers. Dit betekent dat de lening pas wordt afgelost nadat alle andere financieringen en schulden zijn voldaan. Hoewel het formeel vreemd vermogen is, zien banken en andere financiers een achtergestelde lening vaak als een versterking van het eigen vermogen van bedrijven. Dit verbetert de solvabiliteit, wat cruciaal is voor het aantrekken van aanvullende financiering en grotere bancaire kredieten. Vanwege het hogere risico voor de geldverstrekker, wordt een achtergestelde lening doorgaans gecompenseerd met een hoger rentepercentage. Het verhoogt het vertrouwen van andere financiers en maakt zo de benodigde investeringen en daarmee een strategische kapitaalverhoging mogelijk.

Dividenduitkeringen versus leningen

De keuze tussen een dividenduitkering en een lening van de eigen BV kent fundamentele verschillen in aard en fiscale behandeling. Een dividenduitkering is een winstuitkering van het bedrijf aan haar aandeelhouders, doorgaans de DGA, en wordt zonder terugbetalingsverplichting overgedragen. Deze uitkering is onderhevig aan dividendbelasting en vervolgens aan inkomstenbelasting in box 2. Daarentegen is een lening van de eigen BV een tijdelijke geldoverdracht die de schuldenaar verplicht tot terugbetaling van het geleende bedrag, inclusief rente, onder zakelijke voorwaarden. Het meest in het oog springende verschil is dat dividenduitkeringen, als ze al plaatsvinden, nooit gegarandeerd zijn en afhankelijk zijn van de winst en het dividendbeleid van de BV, terwijl een lening een contractuele verplichting tot aflossing is. Hoewel een lening in principe verschilt van een dividend, kan een AB-heffing wegens excessief lenen economisch neerkomen op een dividenduitkering, waarbij het bovenmatige deel van de lening als fictief regulier voordeel in box 2 wordt belast, wat de belasting op lening eigen bv verhoogt.

Omzetten van banklening naar lening van eigen BV

Directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) kunnen een bestaande banklening omzetten in een lening van hun eigen BV, wat een strategische financiële zet kan zijn om meer controle over de financiering te krijgen. Dit is mogelijk wanneer de BV over voldoende liquide middelen beschikt om de banklening af te lossen en de nieuwe lening aan de DGA te verstrekken. Voor deze omzetting is het noodzakelijk dat de lening van de BV aan de DGA voldoet aan strikte zakelijke voorwaarden, vergelijkbaar met die van een externe bank, zoals een marktconforme rente en een reëel aflossingsschema om herkwalificatie door de Belastingdienst te voorkomen. Als de banklening die wordt omgezet betrekking heeft op de eigen woning, is het van groot belang dat de BV een hypotheekrecht verkrijgt op die woning; anders valt de lening volledig onder de grens van €500.000 van de Wet excessief lenen en riskeert u belasting op lening eigen bv over het excessieve deel. Houd tot slot rekening met mogelijke boeterente die de bank in rekening kan brengen voor het vroegtijdig aflossen van de bestaande lening.

Belasting lening: hoe wordt belasting over leningen berekend en aangegeven?

Belasting over leningen wordt op verschillende manieren berekend en aangegeven, afhankelijk van het type lening en de betrokken partijen, maar een lening zelf is in beginsel geen belastbaar inkomen. Bij leningen van de eigen BV werkt dit systeem complexer. De Wet excessief lenen bepaalt dat schulden van de directeur-grootaandeelhouder (DGA), diens fiscale partner, en zelfs kinderen of ouders aan de BV, boven €500.000, worden gezien als een fictief regulier voordeel. Dit bovenmatige deel wordt belast in box 2 van de inkomstenbelasting tegen 26,9%, met de berekening op 31 december van het kalenderjaar. Een belangrijke uitzondering is een lening voor eigen woning met hypothecaire zekerheid; deze valt in box 1 en de rente is onder voorwaarden aftrekbaar. Overige privéleningen uit de BV vallen in box 3 en kennen geen renteaftrek. Voor de BV zelf geldt dat de ontvangen marktconforme rente op de lening als winst meetelt en belast wordt met vennootschapsbelasting. De DGA moet de lening correct aangeven in de relevante box van de inkomstenbelasting, terwijl de BV de renteopbrengsten rapporteert in de vennootschapsbelasting. Let op: als de rente niet daadwerkelijk wordt betaald maar enkel bijgeschreven op een rekening-courantschuld en de voorwaarden niet reëel zijn, kan de Belastingdienst dit als een belaste winstuitdeling zien, wat extra belasting op lening eigen bv tot gevolg heeft.

Lenen van eigen BV: praktische tips en aandachtspunten voor ondernemers

Voor ondernemers die overwegen geld te lenen van hun eigen BV, is het verstandig goed te letten op de praktische kanten en fiscale gevolgen om onnodige belasting op lening eigen BV te voorkomen. Een belangrijke tip is dat uw lening aan zakelijke voorwaarden moet voldoen, net zoals een lening van een bank; denk aan een realistische rente en een duidelijk aflossingsplan dat u ook echt volgt. De BV dient uw financiële draagkracht, zoals uw betalingscapaciteit en zekerheden, te beoordelen. Een fijn praktisch punt is dat een lening van de BV aan de DGA niet leidt tot een BKR-registratie. Vergeet niet dat de BV genoeg geld moet hebben om uit te lenen en leg alle afspraken altijd schriftelijk vast om later gedoe met de Belastingdienst te voorkomen.

Hypothecaire lening vanuit BV: fiscale regels en renteaftrek

Voor een hypothecaire lening vanuit de eigen BV voor de financiering van uw eigen woning gelden specifieke fiscale regels die van invloed zijn op de renteaftrek. Om de rente over deze lening te kunnen aftrekken, moet de lening primair gebruikt zijn voor de aankoop, verbetering of onderhoud van uw hoofdverblijf. Een cruciale voorwaarde voor leningen die sinds 1 januari 2023 zijn aangegaan, is dat uw BV een recht van hypotheek via een notaris op uw woning moet verkrijgen. Daarnaast is het essentieel dat de lening annuïtair of lineair wordt afgelost binnen maximaal 30 jaar (360 maanden), en dat de aflossing ook daadwerkelijk plaatsvindt. U bent verplicht de Belastingdienst te informeren over deze lening; doet u dit niet, dan verliest u het recht op hypotheekrenteaftrek. Hoewel rente over bijgeschreven rente niet aftrekbaar is, kan zakelijke boeterente bij het voortijdig aflossen van een dergelijke hypothecaire lening bij uw eigen BV onder voorwaarden wel fiscaal aftrekbaar zijn.

Veelgestelde vragen over belasting op lening eigen BV

Wanneer betaal ik belasting over een lening van mijn eigen BV?

U betaalt belasting op lening eigen BV wanneer de totale schuld van u en uw fiscale partner aan uw besloten vennootschap (BV) boven een bepaalde grens uitkomt. Sinds 1 januari 2024 is deze grens €500.000. De Wet excessief lenen, die in 2023 van kracht werd met een hogere drempel, bepaalt dat het bedrag dat hierboven komt, wordt belast als een fictief regulier voordeel in box 2. Dit betekent dat u over dit excessieve deel 26,9 procent inkomstenbelasting betaalt. Een belangrijke uitzondering hierop is een lening die aantoonbaar is gebruikt voor de financiering van uw eigen woning, mits de BV hiervoor een hypotheekrecht heeft verkregen via een notaris.

Hoe kan ik rente aftrekken bij een lening van mijn eigen BV?

U kunt rente over een lening van uw eigen BV aftrekken als deze lening aantoonbaar is aangegaan voor de aankoop, verbetering of onderhoud van uw eigen woning, en de lening aan specifieke fiscale voorwaarden voldoet om als ‘eigenwoningschuld’ te kwalificeren. Dit houdt in dat de BV een recht van hypotheek op uw woning moet hebben verkregen en u de lening annuïtair of lineair moet aflossen binnen maximaal 30 jaar (360 maanden), waarbij de aflossing ook daadwerkelijk plaatsvindt.

Deze aftrek vindt plaats in box 1 van de inkomstenbelasting, waar de aftrekbare rente kan leiden tot een belastingvoordeel tegen een maximaal tarief van 36,93 procent. Het is daarbij cruciaal dat de rente daadwerkelijk wordt betaald en niet enkel wordt bijgeschreven op een rekening-courantschuld, aangezien rente over bijgeschreven rente niet aftrekbaar is voor de belastingplichtige. Ook is het goed om te weten dat zakelijke boeterente die u aan uw BV betaalt bij het oversluiten van een hypothecaire lening fiscaal aftrekbaar kan zijn, vooral wanneer uw rentepercentage daalt, wat de totale belasting op lening eigen BV kan beïnvloeden.

Wat zijn de gevolgen als ik de lening niet zakelijk aflos?

Als u een lening van uw eigen BV niet zakelijk aflost, heeft dit ernstige gevolgen die verder gaan dan alleen fiscale kwesties. De Belastingdienst zal de lening niet langer als een echte lening zien, maar deze herkwalificeren als een verkapte dividenduitkering of zelfs een schenking. Dit betekent dat u inkomstenbelasting in box 2 betaalt over het geleende bedrag, wat een aanzienlijke belasting op lening eigen bv met zich meebrengt. Daarnaast kunnen er praktische en juridische problemen ontstaan; uw BV kan extra kosten door betalingsachterstand, zoals herinneringskosten en administratiekosten, in rekening brengen. Bij langdurig achterwege blijven van rente en aflossing riskeert u zelfs de inschakeling van een incassobureau of deurwaarder, en kan de BV aanspraak maken op eventueel verstrekt onderpand of andere persoonlijke bezittingen. Dit alles heeft ook een negatieve impact op uw kredietwaardigheid.

Kan ik een lening van mijn BV gebruiken voor privédoeleinden?

Jazeker, u kunt inderdaad een lening van uw besloten vennootschap (BV) gebruiken voor privédoeleinden. Deze mogelijkheid stelt u als directeur-grootaandeelhouder (DGA) in staat om de liquide middelen van uw BV aan te wenden voor bijvoorbeeld de financiering van uw eigen woning of voor privébeleggingen, zonder dat dit direct als een belaste dividenduitkering wordt gezien. Cruciaal hierbij is dat de BV over voldoende liquide middelen beschikt en de lening wordt opgesteld en behandeld als een echte lening, met alle zakelijke voorwaarden die een onafhankelijke kredietverstrekker ook zou hanteren, inclusief een marktconforme rente en een duidelijk aflossingsschema. U bent als DGA verplicht tot daadwerkelijke aflossing. Let wel op dat leningen boven de €500.000 voor privédoeleinden, met uitzondering van die voor de eigen woning met hypotheekrecht, worden aangemerkt onder de Wet excessief lenen, wat kan leiden tot aanvullende belasting op lening eigen bv.

Hoe meld ik een lening van mijn eigen BV bij de Belastingdienst?

U meldt een lening van uw eigen BV bij de Belastingdienst hoofdzakelijk via uw jaarlijkse inkomstenbelastingaangifte als directeur-grootaandeelhouder (DGA). Hierin geeft u de schuld correct aan in de relevante belastingbox – box 1 voor een eigenwoningschuld met hypothecaire zekerheid, of box 3 voor overige privéleningen. Het is verplicht de Belastingdienst te informeren over hypothecaire leningen voor de eigen woning die u via uw BV heeft afgesloten, vooral als deze niet via een reguliere bank lopen of als de lening in het voorafgaande jaar is afgesloten of verhoogd. Voor deze specifieke situatie kunt u soms een online formulier van de Belastingdienst gebruiken, naast de reguliere aangifte. Vergeet niet dat de BV op haar beurt de ontvangen rente aangeeft in de vennootschapsbelasting, en dat het correct aangeven essentieel is om problemen met de belasting op lening eigen bv en eventueel verlies van renteaftrek te voorkomen.

Wat anderen over Lening.com zeggen

931 klanten beoordelen ons met een 4.1/5

Prettig en snel!

Mijn ervaring is dat het een betrouwbare site is die snel en goed te werk gaat!

Easy

Makkelijk

Lasser

Is mijn bezig zijn lassen van metalen leiding voor verschillende bedrijven Rotterdam

Goed

Snel

Werkt simpel

Werkt simpel

Oke

Oke

Snel en gemakkelijk

Snel en gemakkelijk lenen

Soepel

Makkelijk en overzichtelijk

Perfect

Snel geregeld

Goed

Goed