Geld lenen kost geld

Wat is de minimale rente bij een lening van of aan een BV?

Wat is je leendoel?
€100 €75.000

De minimale rente lening bv is geen vast percentage, maar dient ‘marktconform’ of ‘zakelijk’ te zijn om te voldoen aan de eisen van de Belastingdienst. Een te lage rente kan namelijk als winstuitdeling gezien worden met fiscale gevolgen, waarbij de belastingrente voor vennootschapsbelasting een minimum van 8% kent als referentie; in dit artikel leest u alles over hoe deze rente wordt berekend, welke voorbeelden er zijn, en wat de maximale rentes zijn.

Summary

Begrip van minimale rente bij leningen met een BV

Het kernbegrip van de minimale rente lening bv is dat het geen vast, wettelijk percentage is, maar een principe dat ervoor zorgt dat de lening tussen een BV en haar aandeelhouder (DGA) als een commerciële, zakelijke transactie wordt gezien. Dit betekent dat de rente vergelijkbaar moet zijn met wat onafhankelijke derden onder vergelijkbare voorwaarden zouden afspreken. Een te lage rente, bijvoorbeeld nul procent, kan fiscaal gezien leiden tot problemen, omdat de Belastingdienst de lening dan niet als zakelijk erkent. Het gaat erom dat er realistische voorwaarden worden opgesteld en nageleefd, inclusief een concrete aflossing en dat de eventueel bijgeschreven rente ook daadwerkelijk betaalbaar is. Dit is essentieel om te voorkomen dat de lening als een verkapte winstuitdeling wordt beschouwd, met alle fiscale gevolgen van dien.

Fiscale regels en voorwaarden voor minimale rente bij leningen aan of van een BV

De fiscale regels en voorwaarden voor de minimale rente bij een lening van of aan een BV draaien om het principe van ‘zakelijkheid’ en ‘marktconformiteit’. Dit betekent dat de rente en de voorwaarden van de lening vergelijkbaar moeten zijn met wat onafhankelijke partijen onderling zouden afspreken. De Belastingdienst controleert streng om te voorkomen dat leningen dienen als verkapte winstuitdelingen of verkapte schenkingen, wat kan leiden tot ongewenste belastingheffingen voor zowel de directeur-grootaandeelhouder (DGA) als de BV.

Voorwaarden die de zakelijkheid van een lening bepalen, omvatten de hoogte van de lening ten opzichte van het eigen vermogen, de looptijd, concrete aflossingsverplichtingen, het rentepercentage, eventuele achterstelling bij andere schulden en de verstrekte zekerheden. Bij leningen van de DGA aan de BV is de betaalde rente voor de BV aftrekbaar van de winst, terwijl de DGA deze rente als inkomsten in box 1 opgeeft, wat kan leiden tot een belastingtarief tot 52%. Leent de DGA van zijn eigen BV, dan zijn de rentestromen voor de BV onderworpen aan vennootschapsbelasting. Let ook op de belastingheffing over leningen van de BV aan de DGA van meer dan €500.000 (met uitzondering van de eigenwoninglening), waarbij vanaf 1 januari 2023 26,9 procent inkomstenbelasting verschuldigd kan zijn over het excessieve deel. Het is cruciaal om altijd een duidelijke, schriftelijke leningsovereenkomst op te stellen met een marktconforme minimale rente lening bv en een realistisch aflossingsschema, en deze ook strikt na te leven. Anders kan de Belastingdienst de lening als onzakelijk bestempelen, met alle fiscale gevolgen van dien.

Hoe wordt de minimale rente bij een lening met een BV berekend en vastgesteld?

De minimale rente lening bv wordt berekend en vastgesteld op basis van het principe van marktconformiteit en zakelijkheid, wat betekent dat de rente en de leningvoorwaarden vergelijkbaar moeten zijn met wat onafhankelijke derden, zoals banken of andere commerciële geldverstrekkers, onderling zouden afspreken voor eenzelfde type lening. Dit is geen vast percentage, maar een dynamisch tarief dat rekening houdt met specifieke kenmerken. Voor de vaststelling van deze zakelijke rente wordt vaak gekeken naar het zogenaamde U-rendement van obligaties (bijvoorbeeld Nederlandse staatsobligaties) als basis, waarna hierop een passende risico-opslag wordt toegevoegd. Deze risico-opslag is essentieel en wordt bepaald door factoren zoals de hoogte van de lening, de looptijd, de verstrekte zekerheden, de financiële positie van de BV of de DGA, en het risico op niet-terugbetaling. De Belastingdienst accepteert geen rente van nul procent, omdat dit als een onzakelijke transactie en mogelijk als verkapte winstuitdeling kan worden gezien. Een praktische richtlijn voor onderhandse leningen, die ook relevant kan zijn voor een minimale rente lening bv, is dat de rente maximaal 25 procent hoger of lager mag zijn dan de gemiddelde bankrente voor een vergelijkbare lening, om binnen de fiscale marges te blijven. Het is daarom van belang om een duidelijke leningsovereenkomst op te stellen die de gekozen renteberekening en de onderliggende argumentatie goed vastlegt, om discussie met de Belastingdienst te voorkomen.

Voorbeelden en richtlijnen van zakelijke rentepercentages bij leningen met een BV

Hoewel de minimale rente lening bv geen vast percentage is, bieden diverse voorbeelden en richtlijnen inzicht in wat als zakelijk en marktconform wordt gezien voor leningen met een BV. Deze percentages variëren sterk, doorgaans tussen de 3 en 20 procent op jaarbasis, afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de lening en de financiële situatie van de onderneming. Voor zakelijke leningen, zowel van als aan een BV, zien we vaak rentes liggen tussen 4 en 9 procent. Zo bedraagt de laagste rente voor zakelijke financieringen bij bijvoorbeeld de Zakelijke FinancieringsUnie in 2025 al 4.0 procent. Echter, bij een lening verstrekt door een eigen BV aan de belastingplichtige kan het rentepercentage ook rond de 9,4% jaarlijks liggen, als voorbeeld van een meer specifiek geval. Belangrijke richtlijnen voor de vaststelling van een passend rentepercentage zijn onder meer de financiële gezondheid van het bedrijf, de hoogte en looptijd van de lening, en de eventuele zekerheden die worden gesteld; een lening met sterke zekerheden kan bijvoorbeeld een relatief lage zakelijke rentevergoeding kennen. Ook speelt de keuze van de kredietverstrekker een rol, waarbij niet-bancaire instanties rentes kunnen hanteren die tussen 4% en 12% liggen.

Risico’s en fiscale gevolgen van een te lage rente bij leningen met een BV

Een te lage rente bij leningen met een BV brengt aanzienlijke fiscale en financiële risico’s met zich mee, omdat de Belastingdienst dergelijke transacties als onzakelijk beschouwt. Voor de directeur-grootaandeelhouder (DGA) kan dit betekenen dat de lening als een verkapte winstuitdeling wordt gezien, waarbij het verschil tussen de afgesproken rente en een marktconforme rente belast wordt als inkomen in box 2. In ernstigere gevallen, wanneer de lening volledig onzakelijk is, kan de DGA zelfs geconfronteerd worden met inkomstenbelasting over het gehele geleende bedrag. De BV loopt op haar beurt het risico dat zij, mocht de lening oninbaar blijken door de onzakelijke voorwaarden, de daaruit voortvloeiende verliezen niet ten laste van haar bedrijfsresultaat mag afwaarderen, wat de winst en vennootschapsbelasting direct beïnvloedt. Bovendien is een lening met een te lage minimale rente lening bv een slechte investering voor de BV zelf, die hierdoor minder rendement behaalt dan zakelijk verantwoord is en zelfs reputatieschade kan oplopen.

Maximale rente lening: wat is toegestaan bij leningen aan of van een BV?

De maximale rente die is toegestaan bij leningen aan of van een BV is, net als de minimale rente, niet wettelijk vastgelegd, maar moet altijd marktconform en zakelijk zijn om problemen met de Belastingdienst te voorkomen. Voor onderhandse leningen, waaronder vaak leningen tussen een directeur-grootaandeelhouder (DGA) en zijn BV vallen, hanteert de Kamer van Koophandel (KVK) een algemene richtlijn dat de rente niet hoger mag zijn dan 10 procent. Dit sluit aan bij de bredere fiscale regel dat de rente maximaal 25 procent hoger mag zijn dan de gemiddelde bankrente voor een vergelijkbare lening. Een te hoge rente, bijvoorbeeld wanneer de DGA een lening verstrekt aan de BV tegen een extreem hoog percentage, kan door de Belastingdienst worden gezien als een onzakelijke transactie of zelfs als een verkapte kapitaalstorting, met fiscale gevolgen voor de aftrekbaarheid van de rente door de BV. Andersom, als de BV een buitensporig hoge rente vraagt aan de DGA voor een lening, en deze is aantoonbaar onrealistisch gezien de marktomstandigheden en de geboden zekerheden, kan de lening haar zakelijke karakter verliezen, wat ook hier tot fiscale correcties kan leiden. De cruciale factor blijft dat de afgesproken rente – of het nu om de minimale rente lening bv gaat of de bovengrens – vergelijkbaar moet zijn met wat onafhankelijke derden zouden overeenkomen, rekening houdend met het risicoprofiel en de verstrekte zekerheden. Raadpleeg voor een inschatting van marktconforme rentes altijd experts en zorg voor een waterdichte leningsovereenkomst om discussies met de Belastingdienst te vermijden. Voor meer informatie over de grenzen van zakelijke rentes, bezoek onze pagina over maximale rente zakelijke lening.

Maximale rente zakelijke lening: grenzen en fiscale aandachtspunten

De maximale rente voor een zakelijke lening is niet wettelijk vastgelegd, maar moet altijd marktconform en zakelijk zijn om fiscale problemen met de Belastingdienst te voorkomen. Hoewel de Kamer van Koophandel (KVK) voor onderhandse leningen tussen een DGA en BV een richtlijn van maximaal 10 procent hanteert, geven experts aan dat de totale kosten inclusief rente voor een externe zakelijke lening bij MKB-bedrijven in Nederland niet hoger zouden moeten zijn dan 20% per jaar, wat door bijvoorbeeld de Stichting MKB Financiering als een redelijke bovengrens wordt gezien. Bij financiële instellingen zoals New10 kan de maximale rente voor een zakelijke lening in specifieke gevallen tussen de 5 en 9,7 procent liggen. Hogere tarieven dan 20 procent komen doorgaans alleen voor bij bedrijven met geen perfecte bedrijfsresultaten over meerdere jaren of een verhoogd risicoprofiel.

Fiscaal gezien zijn er belangrijke aandachtspunten: hoewel rente op een zakelijke lening in principe aftrekbaar is van de winst, mag het saldo van verschuldigde en ontvangen rente voor de aftrekbaarheid niet meer zijn dan 24,5% van de winst. Dit betekent dat als de rente buitensporig hoog is – bijvoorbeeld ver boven een zakelijke of minimale rente lening BV – de Belastingdienst het bovenmatige deel als onzakelijk kan bestempelen, waardoor het belastingvoordeel verdwijnt of er zelfs correcties volgen. Het is daarom cruciaal dat de afgesproken rente altijd realistisch en verdedigbaar is ten opzichte van de markt, het risico en de geboden zekerheden, om discussies en ongewenste fiscale gevolgen te vermijden.

Marktconforme rente lening: hoe herken je een zakelijke en marktconforme rente bij een BV-lening?

Een zakelijke en marktconforme rente bij een BV-lening herken je aan het feit dat deze vergelijkbaar is met de rente die onafhankelijke derden, zoals banken of commerciële geldverstrekkers, onder vergelijkbare voorwaarden zouden afspreken. Dit betekent dat de rente realistisch moet zijn, rekening houdend met het specifieke risicoprofiel van de lener (of dit nu de BV of de DGA is), de hoogte en looptijd van de lening, en de eventueel verstrekte zekerheden. De minimale rente lening bv wordt vaak bepaald door te kijken naar een basis marktrente, zoals het U-rendement van obligaties of de Euribor, waarna hierop een passende risico-opslag wordt toegevoegd. Een praktische richtlijn is dat de afgesproken rente niet meer dan 25 procent mag afwijken van de gemiddelde bankrente voor eenzelfde type lening, om binnen de fiscale marges te blijven. Bijvoorbeeld, als een bank 6% rente zou vragen voor een vergelijkbare zakelijke lening, dan zou een rente tussen de 4,5% en 7,5% als marktconform kunnen gelden. Een rente die te ver afwijkt van deze marktstandaard kan door de Belastingdienst als onzakelijk worden gezien, wat kan leiden tot fiscale correcties, zoals het aanmerken van een te lage rente als een verkapte winstuitdeling of zelfs een schenking. Daarom is het van groot belang om altijd een gedetailleerde leningsovereenkomst op te stellen, waarin de gekozen renteberekening en de onderliggende argumenten duidelijk zijn vastgelegd om discussie met de Belastingdienst te voorkomen en de zakelijkheid van de lening te waarborgen.

Veelgestelde vragen over minimale rente bij leningen met een BV

Wat is een minimale rente bij een lening van of aan een BV?

De minimale rente lening bv is geen vast percentage, maar wordt gedefinieerd als een “zakelijke rente” die de Belastingdienst accepteert. Dit houdt in dat de rente zo laag is als een onafhankelijke derde partij, zoals een bank, onder vergelijkbare omstandigheden met dezelfde risico’s zou afspreken. Om als zakelijk te gelden, moet de lening – zowel van als aan de BV – naast duidelijke afspraken over terugbetaling en reële zekerheid, een behoorlijke rente bevatten. Dit betekent dat in de leningsovereenkomst een realistische rente en aflossingsvoorwaarden vastgelegd moeten worden die de aard van de minimale rente lening bv waarborgen, om te voorkomen dat de lening als onzakelijk wordt bestempeld.

Waarom stelt de Belastingdienst eisen aan de minimale rente bij BV-leningen?

De Belastingdienst stelt eisen aan de minimale rente bij BV-leningen om ervoor te zorgen dat transacties tussen een BV en haar directeur-grootaandeelhouder (DGA) als echte zakelijke overeenkomsten worden gezien en om belastingontwijking te voorkomen. Dit is cruciaal om te vermijden dat leningen met een te lage minimale rente lening bv in feite dienen als verkapte winstuitdelingen of schenkingen. Als de rente niet marktconform is, kan de Belastingdienst ingrijpen: een niet-reële bijschrijving van rente op een lening aan de eigen BV kan worden gezien als een belaste uitdeling van winst voor de BV, of er kan een plicht tot het betalen van schenkbelasting ontstaan. De fiscus corrigeert de rente dan naar wat een onafhankelijke derde onder vergelijkbare omstandigheden zou afspreken om te garanderen dat de inkomsten en aftrekposten correct worden belast, zowel voor de vennootschapsbelasting van de BV als de inkomstenbelasting van de DGA.

Hoe kan ik de minimale rente voor mijn lening berekenen?

Om de minimale rente lening bv voor uw lening te berekenen, volgt u een aantal stappen die gericht zijn op het vaststellen van een marktconform en zakelijk percentage, zoals de Belastingdienst dit vereist.

  1. Start met een marktvergelijking: Begin met het onderzoeken van actuele rentetarieven die onafhankelijke banken of commerciële geldverstrekkers zouden vragen voor een lening met vergelijkbare eigenschappen. Denk hierbij aan het leenbedrag, de looptijd, de verstrekte zekerheden en het risicoprofiel van de lener (uw BV of u als DGA). Dit vormt de basis van uw berekening.
  2. Houd rekening met specifieke risicofactoren: Pas de basisrente aan met een passende risico-opslag die past bij de unieke situatie van uw lening. Factoren zoals de financiële positie van de lener, de hoogte en looptijd van de lening, en of er sprake is van achterstelling, beïnvloeden deze opslag aanzienlijk. Een lening met een hoger risico vereist doorgaans een hogere risico-opslag.
  3. Documenteer zorgvuldig en onderbouw: Leg de gekozen renteberekening en alle onderliggende argumenten gedetailleerd vast in een leningsovereenkomst. Dit is essentieel om de zakelijkheid van de rente te kunnen verdedigen bij eventuele vragen van de Belastingdienst.
  4. Raadpleeg een expert: Vanwege de complexiteit en de fiscale implicaties is het zeer aan te raden een belastingadviseur of financieel expert te raadplegen. Zij kunnen u helpen bij het nauwkeurig vaststellen en onderbouwen van de minimale rente voor uw specifieke lening met de BV, om zo fiscale discussies en correcties te voorkomen.

Wat zijn de fiscale gevolgen als de rente te laag is vastgesteld?

Wanneer de rente van een lening, inclusief de minimale rente lening bv, te laag is vastgesteld, beschouwt de Belastingdienst dit als een onzakelijke transactie met aanzienlijke fiscale gevolgen. Zo kan een te lage rente worden gezien als een verkapte winstuitdeling of schenking, wat leidt tot extra inkomstenbelasting of schenkbelasting. Bovendien kan de Belastingdienst fiscale boetes opleggen en de rente corrigeren naar een marktconform percentage, waardoor er alsnog belasting over het verschil verschuldigd is. Dit voorkomt dat partijen door kunstmatige renteafspraken belasting ontwijken.

Welke voorbeelden van rentepercentages gelden als zakelijk en marktconform?

Zakelijke en marktconforme rentepercentages voor een minimale rente lening bv zijn dynamisch en worden bepaald door specifieke kenmerken van de lening en de financiële positie van de betrokken partijen, zoals al beschreven. Hoewel veel zakelijke leningen doorgaans rentes kennen tussen 3 en 20 procent, kunnen in uitzonderlijke gevallen zelfs hogere tarieven dan 20 procent alsnog marktconform gelden. Dit komt dan vaak voor bij ondernemingen die over meerdere jaren geen perfecte bedrijfsresultaten hebben laten zien, wat een verhoogd risicoprofiel met zich meebrengt. De kern blijft dat de rente vergelijkbaar moet zijn met wat een onafhankelijke commerciële geldverstrekker zou afspreken onder precies dezelfde risicovolle omstandigheden.

Wat anderen over Lening.com zeggen

990 klanten beoordelen ons met een 4.1/5

De k prima

Nog geen ervaring ermee

Mijn ervaring ik weet niet van wat je bedoelt

Ik weet niet wat hier op moet zegen maar hopen tot je mij kan helpen ik hep dringend nodig

Ik hebniet ervaring

Geen ervaring

Goed

Heel goed

Duidelijk

Heel overzichtelijk

weet ik niet

ik heeft er ervaring mee dit is de eerste keer

Ok

Vlot

Top

Snel en makkelijk

eenvoudig

heel erg fijn

Goede ervaring

Goede ervaring